Happy Halloween!
De mascotte van het feest: de vleermuis
Vleermuizen zijn al meer dan vijftigduizend jaar deel van ons ecosysteem, en gedurende deze tijd heeft hij veel verschillende gedaantes en mythes op zich genomen.
De vleermuis in onze geschiedenis werd vaak gezien als een negatief omen. Zoals we al weten is hij een grote ambassadeur voor het bekende Halloweenfeest. En dit is niet gek, want de vleermuis is een diersoort die genoegen neemt met de duisternis. Hij kruipt graag weg in de kieren en gaten van onze huizen en bevindt zich ook in de donkere grotten. Toch is zijn reputatie niet terecht. De vleermuis, zoals de meeste diersoorten, heeft namelijk een belangrijke rol in ecosystemen, onder andere als bestuiver. Ook wordt de vleermuis soms als maatstaaf gemonitord om te zien hoe goed het met het ecosysteem gaat.
Ook in recente gebeurtenissen wordt de vleermuis als negatief geschetst. Een goed voorbeeld is de coronacrisis, waar mensen uit landen als India en Peru op vleermuizenjacht gingen uit angst voor corona. Een hele gekke redenatie als je erover nadenkt, want de vleermuis eet juist ook insecten die ziektes kunnen overdragen aan de mens, zoals bijvoorbeeld de mug. En dan kan de vleermuis ook wel ziektes bij zich dragen, maar de vleermuis ontwijkt ons uit zichzelf, en de mug komt ons juist opzoeken.
Geschiedenis
De link tussen Halloween en de vleermuis ligt er al minstens sinds de voorganger van het feest, het oude keltische festival Samhain; hier werden grote vuren gestookt om de goden te eren. Insecten, en zodoende ook vleermuizen, kwamen op het licht en de warmte af en werden als spiritueel omen gezien.
De vleermuis heeft zo door de jaren heen een duister en negatief imago opgebouwd. Vooral in het christendom was de vleermuis niet populair: de vleermuis werd in het Nieuwe testament zelfs ‘de vogel van de duivel’ verklaard. In de middeleeuwen geloofde men dat de duivel verscheen in de gedaante van een vleermuis. Ook in Danté’s ‘Inferno’ (14e eeuw) wordt de duivel omschreven met vleermuisvleugels. In verschillende Europese landen werden er vleermuizen aan de deur gespijkerd om het kwade af te schrikken.
Gelukkig werd de vleermuis in andere landen wel al geapprecieerd: In China en Japan brengt de vleermuis zelfs geluk. Het Chinese woord ‘Fu’ kan zowel vleermuis als geluk betekenen. In Finland geloofden mensen vroeger dat als je sliep, de ziel het lichaam verliet en de gedaante van een vleermuis aannam. Zo verklaarden zij dat je vleermuizen alleen ’s nachts ziet. Verder worden ze door de inheemse Amerikaanse bevolking gezien als een teken van spirituele transformatie. In Mexico dachten en denken sommige boeren dat de vleermuis een oude muis is die vleugels heeft gegroeid.
In Kanara, India vertellen ze dat vleermuizen vroeger vogels waren die heel graag mens wilden worden. Hun wens werd deels vervuld, doordat ze haar, tandjes en ‘menselijke gezichten’ kregen, maar hun vleugels behielden waardoor ze nog konden vliegen. Omdat ze nu noch mens noch vogel waren, schaamden ze zich, en durfden ze alleen ’s avonds nog naar buiten.
In Egypte werd vroeger geloofd dat vleermuizen verschillende ziektes en kwaaltjes konden genezen. Ook geloofden zij dat uitwerpselen van de vleermuis bij de voordeur kwade gedaantes zou weghouden.
Er zijn ook culturen die beweren dat de vleermuis een vogel was die op weg naar de zon, de weg kwijt is geraakt.
Vampiervleermuis
Het verband tussen de vleermuis en de vampier is makkelijk uit te leggen. Toen de Europeanen Amerika ontdekten in de late 15e en 16e eeuw, ontdekten zij ook een vleermuissoort die niet op insecten jaagde, maar wiens voedingspatroon bestond uit bloed. Aangezien de vampiermythe tegen deze tijd al bekend was, en de verhalen en hun ervaringen in deze tijd vaak overdreven werden beschreven, werd de nieuw ontdekte soort: de Vampiervleermuis, als een moordlustig wezen omschreven.
De Zuid-Amerikaanse vleermuissoort is echter niet zo eng als dat toendertijd gedacht werd. Hij voedt zich namelijk voornamelijk op vee en heeft hij geen lust naar mensenbloed (Pfieuw!) Ze maken tevens maar een kleine beet in hun slapende slachtoffer. Dit na hun via de grond te besluipen, en de te bijten plek eerst schoon te maken en veertjes en haartjes weg te bijten. Vaak aan de pootjes, maar soms ook aan de hals (net als een ander bloedzuigend gedaante wat we maar al te goed kennen..) De vampiervleermuis zorgt echter wel voor goede nazorg nadat hij zich gevoed heeft: het speeksel bevat een stollingsremmend middel (genaamd draculine, en dan denk je misschien: is dit vernoemd naar onze grote vriend Dracula? Maar dit is waarschijnlijk andersom. Dracula kwam namelijk uit in 1897 en werd in 1927 een toneelproductie. Dit zorgde voor een echte vleermuiswaanzin, omdat de vleermuis hier werd afgebeeld als Dracula’s handlanger.) Draculine dient echter ook als pijnstillingsmiddel en zorgt ervoor dat zijn voedingsbron wakker wordt zonder iets te merken. Ook wij hebben baat aan dit stofje, omdat het tegenwoordig wordt onderzocht omdat het bruikbaar schijnt te zijn bij herseninfarcten: het kan namelijk bloedpropjes oplossen.
Hoewel wij dus niet op het menu staan van de vampiervleermuis, en hij ook zijn voedingsbronnen niet met veel meer schade achterlaat als dat een mug zou doen, kan hij wel ziektes overbrengen op het vee. Een hiervan is de bekende hondsdolheid. Deze ziekte kan veel koeien het leven kosten.
Misconcepties
Er zijn ook veel misvattingen over de vleermuis. Zo denken veel mensen nog steeds dat een vleermuis je in de haren zal vliegen, ook al hebben vleermuizen een excellent richtingsgevoel vanwege hun echolocatie. Een vleermuis zal ook nooit iemand aanvallen, en kan hooguit bijten zodra deze bang is en wordt opgepakt. Daar naast denken mensen vaak dat vleermuizen op zolder slecht nieuws is, ondanks dat ze geen schade aanrichten aan woningen. Vleermuizen maken namelijk niet zelf hun nest, maar gebruiken bestaande holtes en kieren. Het zijn dus ook geen knagers.
Ook zorgen vleermuizen niet voor overlast. Het zijn stille dieren waarvan wij de geluidsfrequentie niet kunnen waarnemen. Ze krijgen een tot twee jongen per keer, en vormen dus geen plagen. Verder zijn het schone dieren: ze wassen ze zich meerdere keren per dag en hun uitwerpselen zijn droog en vrijwel geurloos.
Vleermuizen zijn echter hecht aan hun pups, en zullen alles doen om bij hen te komen als ze gescheiden worden: maak dus niet zelf kieren en gaten dicht als je vermoedt dat er vleermuizen kunnen zitten. Laat vooral onderzoek doen bij twijfel.
Vleermuisvriendelijke tuinen
De wereld is niet altijd even vleermuisvriendelijk, maar gelukkig kunnen we zelf al genoeg verschillen maken om de vleermuis zich thuis te laten voelen. Zo zijn er de zogenaamde ‘Moon gardens’, bestaande uit (inheemse) nachtbloeiers die met hun lichte bloemen en geur ’s avonds de juiste insecten aantrekken voor het vleermuis dieet. Denk hierbij aan wilde kamperfoelie, teunisbloem, wilde marjolein of grote tijm. (Langgestrekte) waterpartijen aanleggen zorgt voor fourageer mogelijkheden voor de water- en meervleermuis. Vleermuiskasten zijn natuurlijk ook een fantastische aanvulling aan de tuin. Denk ook aan het vermijden van het gebruik van chemische houtbestrijdingsmiddelen en de bestrijding van insecten.
Auteur: Tara Baan
